Geen zin om in je eentje op vakantie te gaan? Of bang om ziek te worden in het buitenland? Gewoon gaan! VRIJ stapte in de bus voor een ontspannen weekje in Duitsland, mét medische begeleiding. Aan boord lieve, leuke mensen en... twee heuse engelen.
En dan zijn er ’s middags, midden in Duitsland, echte Limburgse vlaaien. Op een parkeerplaats langs de snelweg vlakbij Hannover is het even dringen geblazen rond een picknicktafel. Wordt het kersen-, appelkruimel- of rijstevlaai? Met volle mond genieten we van een stukje keuzestress op vakantie, terwijl even verderop het verkeer voortraast. Wij zijn met z’n veertigen rustig met de bus op weg naar Berlijn.
Geen stress, niks moet... Dat is het motto van de komende dagen, ontdekken we al snel. Het is, net als de vlaaipauze, de specialiteit van het Limburgse HartbrugReizen. Het reisbureau dat zich heeft toegelegd op reizen naar het buitenland onder medische begeleiding, is nauw verbonden met Hartpatiënten Nederland in Roermond. Dat is een onafhankelijke stichting die al 48 jaar voor hartpatiënten opkomt.
Dus er zitten alleen maar zieke mensen in de bus? Welnee! Neem Piet van der Ploeg uit Sassenheim. Het is nog vroeg wanneer de kwieke 89-jarige door zijn dochter wordt uitgezwaaid bij de opstapplaats in Breukelen. „Groeten aan Jeanne!” roept ze hem na. „Dat is mijn reisvriendin”, legt hij uit terwijl hij zich op de voorste bank installeert. „Ze stapt in op de volgende stopplaats.”
Van der Ploeg strijkt z’n witgrijze kuif glad, hij verheugt zich zichtbaar op de ontmoeting met haar. Het wordt al de vijfde keer dat ze samen reizen met HartbrugReizen nadat ze elkaar op een vakantietrip naar Italië ontmoetten. Het klikte meteen. Hij vertelt: „Zes jaar geleden overleed mijn vrouw. Dan weet je echt even niet waar je het zoeken moet, hoor. Als je zo lang bij elkaar bent... Maar ja, je moet door, hè. Dat zeiden mijn kinderen ook. Ze spoorden me aan om er toch vooral op uit te blijven trekken. Anders verpieter je. Ik heb dertig jaar in het buitenland gewerkt. In Kenia en Tanzania verzorgde ik de boekhouding voor een Britse organisatie.” Glimmend: „Een prachtige tijd... Prins Bernhard kwam eens op bezoek. Met hem heb ik toen in z’n Dakota een rondje boven het bedrijf gevlogen! Ik heb er vrienden gemaakt die ik nog steeds af en toe opzoek. Maar nu naar Berlijn!”
Het weerzien met Jeanne Poppelaars uit Mijnsheerenland is hartelijk. „Daar gaan we weer!” zegt de tachtigjarige die je zeker tien jaar jonger schat. Dat komt mede door het leuke hoedje dat ze op heeft. En door haar ogen die continu op vrolijk staan. Terwijl chauffeur Jan Kessels de bus de Autobahn op stuurt, zegt ze: „Net als Piet ben ik er alleen voor komen te staan. En ik wil nog zoveel. In je uppie reizen is minder dan half zo leuk en daarom zijn we hier ’stamgasten’. Dit is mijn achtste trip met ze. Waarom? Omdat ze je goed in de gaten houden en je toch vrij laten.”
Intussen lopen reisleidster Marly van Overveld (30) en verpleegkundige Tiny Claessens (70) door het gangpad de bus door. Vele passagiers kennen zij door en door van vorige reizen. „Hé, wat leuk dat je er weer bij bent! Hoe is het nou met de hond?”
Ook serieuze zaken komen aan bod. Even lijkt de bus – we naderen inmiddels ons hotel aan een meer ten zuiden van Berlijn – wel een wachtkamer bij de dokter. Met ieder van de veertig reizigers maken de dames een uitgebreid praatje. Tiny Claessens die al vijf jaar als vrijwilliger met HartbrugReizen meereist, neemt de medische vragenlijst door die iedereen van tevoren heeft ingevuld. Ziektes, pijntjes, medicijnen, rollators... De passagiers vertellen honderduit, alles wordt nauwgezet opgetekend.
„Want je weet maar nooit”, zegt Geertje Kok uit Volendam. Ze zit naast haar partner Evert Smit (77) in een boot die door een gondelier op z’n Venetiaans over de waterwegen wordt geduwd van het prachtige Spreewald, ten zuidoosten van Berlijn. Het is de tweede dag van de reis. Chauffeur Jan Kessels heeft ons naar Lübbenau gereden waar we de bus voor twee gondels hebben verruild.
Terwijl we fluisterstil door het historische ’Giethoorn van Duitsland’ varen, vertelt Geertje Kok dat ze op haar 54e, negentien jaar geleden, een hartoperatie moest ondergaan. De kordate Volendamse („Iedereen ken ik daar, ja, die ook”): „Ik was er helemaal niet op voorbereid. De ingreep ging goed, maar je wordt nooit meer dezelfde. Medicijnen en afhankelijkheid van anderen, je leven staat op z’n kop. Op zo’n reis als deze voel ik me veilig. Als er wat gebeurt, is er altijd hulp.” Evert Smit knikt en bestelt eenmaal terug aan wal een biertje in de najaarszon.
Gebeurt er dan weleens iets ernstigs tijdens een reis? Vrijwilligster Tiny Claessens: „Het is wel voorgekomen dat iemand zich niet goed voelt en in een ziekenhuis wordt opgenomen. Dan blijven we erbij en regelen alles. Maar in de praktijk valt het reuze mee. Onze reizen zijn ook zeker niet alleen bedoeld voor zieken. Iedereen die wat extra ondersteuning wil, is welkom. Mijn werk bestaat voornamelijk uit kleinere dingen zoals helpen met een verband aanleggen of kousen aantrekken. En verder veel luisteren. Iedereen die meereist, heeft mijn telefoon- en kamernummer. Belt u maar!”
’Mede-engel’ Marly van Overveld weet als HartbrugReizen-medewerkster wat het geheim van een geslaagde trip is. In elk reisgezelschap ontpopt de doortastende Limburgse zich dan ook al snel als de ideale schoondochter. Er ontgaat haar niets. Altijd en overal loopt zij bovendien met een AED, om als het nodig is meteen hartreanimatie te kunnen verlenen.
„Persoonlijke aandacht vind ik heel belangrijk”, zegt ze. „Op gewone busreizen gaat het er vaak een stuk zakelijker aan toe. Wij creëren een familiesfeer. Verder een rustig programma met veel stops onderweg, niet voor dag en dauw op pad en de nodige vrije tijd.” De volgende dag lopen we in Berlijn bij het Holocaustmonument Piet van der Ploeg en zijn reisvriendin Jeanne Poppelaars tegen het lijf. Ze zijn onder de indruk van de gewijde plek waar kinderen tussen de grote grijze zuilen verstoppertje spelen.
„De stad is prachtig”, vindt hij. „Fijn dat we dit mogen meemaken. We hebben onze volgende reis al geboekt, in het voorjaar naar Italië. Daar hebben we elkaar vijf jaar geleden ook ontmoet.” Jeanne Poppelaars lacht: „Maar eerst ga ik nog skiën hoor, ik voel me nog lang geen tachtig!”
Door Frans Raven Bron: Telegraaf-magazine Vrij 26-01-2019
Commenti